Uitspraak Raad van State over nadeelcompensatie
In één van de vorige Agrivesta-nieuwbrieven hebben we geïnformeerd over een nadeelcompensatie-procedure die een klant van ons voerde met Rijkswaterstaat (RWS). De Raad van State heeft inmiddels uitspraak gedaan.
In de casus ging het om een akkerbouwbedrijf van ruim 320 ha, waarbij zo’n 120 ha aan de oostzijde van een provinciale weg ligt. De percelen waren het snelst te bereiken via een gelijkvloerse oversteek over deze provinciale weg. Deze oversteek werd onttrokken aan het openbare verkeer, waardoor acht kilometer moest worden omgereden (heen en terug) via een nieuw viaduct. De akkerbouwer ondervindt hiervan financiële schade, bestaande uit omrijschade en mogelijke waardedaling van het bedrijfscomplex.
Uitspraak
Nadat Rijkswaterstaat (RWS) het verzoek om nadeelcompensatie had afgewezen, kreeg onze klant gelijk van rechtbank bij de ingestelde beroepsprocedure. De rechtbank was van mening dat de besluitvorming van RWS onzorgvuldig was en verordonneerde RWS een aangepast besluit te nemen.
RWS ging evenwel in beroep tegen deze uitspraak bij de Raad van State en werd bijgestaan door de landsadvocaat Pels Rijcken. Inmiddels heeft de Raad van State uitspraak gedaan, helaas niet in het voordeel van onze klant.
Argumenten niet voldoende
De uitspraak van de Raad van State bevestigt dat er sprake was van schade, in hoofdzaak inkomstenschade als gevolg van het moeten omrijden. Ook liet de Raad van State het besluit van RWS in stand dat de schade niet voor vergoeding in aanmerking komt omdat de schade onder het normale ondernemersrisico valt. De omrijschade van één jaar diende hoger te zijn dan de door RWS gehanteerde schadedrempel van 10 procent van de gemiddelde jaaromzet van het bedrijf.
Onder andere argumenten dat de schade slechts gerelateerd was aan 120 van de 320 ha, en dat het een blijvende, permanente schade betrof en niet slechts voor één of enkele jaren optrad waren helaas niet voldoende om de Raad van State tot een vonnis te bewegen dat RWS in redelijkheid niet tot de genomen afweging en dus haar besluit had kunnen komen.
Niet onverwacht
De uitspraak van de Raad van State voelt onbevredigend, maar was niet onverwacht. Het gerechtsorgaan beoordeelt namelijk alleen of RWS in redelijkheid tot dit besluit had kunnen komen en oordeelt zelf niet over de hoogte van de schade.
Een andere uitspraak voor onze klant zou nieuwe jurisprudentie hebben betekend, hetgeen ook precedentwerking zou hebben gehad. Helaas valt de uitspraak zo uit, maar ook bij een volgende procedure om bij permanente schade de schadedrempel bij nadeelcompensatie te slechten staat Agrivesta haar klanten weer bij.
In de casus ging het om een akkerbouwbedrijf van ruim 320 ha, waarbij zo’n 120 ha aan de oostzijde van een provinciale weg ligt. De percelen waren het snelst te bereiken via een gelijkvloerse oversteek over deze provinciale weg. Deze oversteek werd onttrokken aan het openbare verkeer, waardoor acht kilometer moest worden omgereden (heen en terug) via een nieuw viaduct. De akkerbouwer ondervindt hiervan financiële schade, bestaande uit omrijschade en mogelijke waardedaling van het bedrijfscomplex.
Uitspraak
Nadat Rijkswaterstaat (RWS) het verzoek om nadeelcompensatie had afgewezen, kreeg onze klant gelijk van rechtbank bij de ingestelde beroepsprocedure. De rechtbank was van mening dat de besluitvorming van RWS onzorgvuldig was en verordonneerde RWS een aangepast besluit te nemen.
RWS ging evenwel in beroep tegen deze uitspraak bij de Raad van State en werd bijgestaan door de landsadvocaat Pels Rijcken. Inmiddels heeft de Raad van State uitspraak gedaan, helaas niet in het voordeel van onze klant.
Argumenten niet voldoende
De uitspraak van de Raad van State bevestigt dat er sprake was van schade, in hoofdzaak inkomstenschade als gevolg van het moeten omrijden. Ook liet de Raad van State het besluit van RWS in stand dat de schade niet voor vergoeding in aanmerking komt omdat de schade onder het normale ondernemersrisico valt. De omrijschade van één jaar diende hoger te zijn dan de door RWS gehanteerde schadedrempel van 10 procent van de gemiddelde jaaromzet van het bedrijf.
Onder andere argumenten dat de schade slechts gerelateerd was aan 120 van de 320 ha, en dat het een blijvende, permanente schade betrof en niet slechts voor één of enkele jaren optrad waren helaas niet voldoende om de Raad van State tot een vonnis te bewegen dat RWS in redelijkheid niet tot de genomen afweging en dus haar besluit had kunnen komen.
Niet onverwacht
De uitspraak van de Raad van State voelt onbevredigend, maar was niet onverwacht. Het gerechtsorgaan beoordeelt namelijk alleen of RWS in redelijkheid tot dit besluit had kunnen komen en oordeelt zelf niet over de hoogte van de schade.
Een andere uitspraak voor onze klant zou nieuwe jurisprudentie hebben betekend, hetgeen ook precedentwerking zou hebben gehad. Helaas valt de uitspraak zo uit, maar ook bij een volgende procedure om bij permanente schade de schadedrempel bij nadeelcompensatie te slechten staat Agrivesta haar klanten weer bij.